Graanklander
Uiterlijk
Een graanklander is 0.4 tot 0.6cm groot, vleugels ontbreken en dekschilden zijn aaneen gegroeid.
Knotsvormige antennen die halverwege geknikt zijn, een cilindrisch hard lichaam, dat roodbruin tot zwart van kleur is, het halsschild is nauwelijks korter dan de dekschilden.
In het halsschild zijn ovaalvormige puntjes zichtbaar, lijnen op de dekschilden zijn duidelijk gescheiden.
Ontwikkeling
Volledige gedaanteverwisseling.
Bij 24 graden C duurt de ontwikkeling van ei tot volwassen dier ongeveer 1 maand.
De volwassen graanklander leeft bij een temperatuur van 28 graden C ongeveer 3 maanden en bij 20 graden C 5 tot wel 7 maanden; de ontwikkeling staat stil bij een temperatuur lager dan 13 graden C.
3 tot 4 generaties per jaar; onder gunstige omstandigheden 4 tot 5.
Leefwijze
De graanklander legt haar ei in een graankorrel.
Witte, pootloze larve vreet korrel leeg en verpopt zich in het omhulsel van de korrel. Na één week verlaat de kever de huls, waarna de cyclus zich herhaalt.
Schade
De graanklander- kever en de -larve hollen de graankorrel uit.
Vermindering van de hoeveelheid en kwaliteit van de voorraad.
Bij grote aantallen graanklanders stijgt de temperatuut van de voorraad door broei van de uitwerpselen. Hierdoor kan schimmelvorming ontstaan.
Wering/preventie
Opslagruimte koel en droog houden, leeggekomen ruimten reinigen.
Oudste voorraden eerst opgebruiken; aangetaste voorraad snel verwerken of vernietigen